Bericht

Verslag 9 okt: Naar brede toepasbaarheid ontwerpprincipes

Geplaatst op 28 november 2024, 10:06 uur
Illustration

Op 9 oktober 2024 komen we voor de 7e keer bij elkaar voor de brede bijeenkomst van de Club van Wageningen. De hoofdvraag waar we deze keer aan werken: “Hoe brengen we de ontwerpprinces in de volgende fase? Wat is ervoor nodig om de principes breed in de praktijk toepasbaar te krijgen?”

Na een hele dag hard werken met alle deelnemers komen er een paar duidelijke aanbevelingen naar boven uit de groep, deze nemen we mee naar de kerngroep van Club van Wageningen:

  • Pas de ontwerpprincipes aan op basis van geleerde lessen en input deelnemers, vervolgens weer breed delen. Betaalbaarheid wordt daarbij veel genoemd;
  • Trek met Public Spaces verder op om samen het onderwerp van verantwoord digitaliseren te agenderen bij de overheid, het leeft in meerdere sectoren;
  • Ga met NEN in gesprek om te helpen bij ontwikkelen standaarden voor de gebieden waar zij aan werken: energiegemeenschappen, slimme laadpalen slimme apparaten;
  • Maak werk van een flexlabel: Het idee is om – naar voorbeeld van België – een label te ontwikkelen dat partijen kunnen gebruiken om te laten zien dat hun apparaat ‘flexready’ is.
  • Ga aan de slag met het onderwerp cybersecurity, wordt komende jaren heel belangrijk
  • Praktijkvoorbeelden uitwerken bij de principes die concreet maken wat we bedoelen en de nuance schetsen die noodzakelijk is.
  • Blijf onderzoeken hoe we consumenten onafhankelijk kunnen informeren

Onderstaand een uitgebreid chronologisch verslag van de bijeenkomst.

Ontwerpprincipes ‘lessons learned’
Na de opening van Michiel Damoiseaux deelt Xander de 6 ontwerpprincipes voor het digitale systeem dat lokaal het energiesysteem aanstuurt. Dit zijn de principes zoals ze een jaar geleden zijn vastgelegd en waar afgelopen jaar mee gewerkt is. We gaan in gesprek met een aantal mensen met wie we aan de principes gewerkt hebben, namelijk Judith van der Geer van het Nationaal Klimaat Platform, Kennard Brandenburg van Distro Energy en Jeroen Kooijen van de gemeente Breda. Vervolgens deelt Xander de lessen die we opgehaald hebben na reflectie met mensen die aan de principes gewerkt hebben.

De belangrijkste lessen:

  1. Deze manier van werken voegt waarde toe bij het ‘vooruitstruikelen’ in de praktijk. De principes zijn heel goed ontvangen. Worden op steeds meer plekken gebruikt, zowel lokaal als landelijk;
  2. De principes gaan pas leven bij een voorbeeld uit de praktijk, zonder toepassing worden ze als abstract ervaren;
  3. De principes blijven overeind, er is er niet één afgevallen of bij gekomen;
  4. Het definiëren van de rol vanuit lokaal perspectief is essentieel: ‘Design follows function’;
  5. Achter ieder principe zit een wereld aan inhoud. Nuance is heel belangrijk (pas toe leg uit);
  6. De #hoedan vraag komt veel naar boven. Voorbeelden helpen dan enorm. Daar willen we komend jaar dus ook mee aan de bak.

Aan het einde van de dag zullen we ook de deelnemers van deze bijeenkomst vragen om input te leveren.

Aan de slag met de hoofdvraag
Vervolgens gaan we aan de slag met de hoofdvraag: “Hoe brengen we de ontwerpprinces in de volgende fase? Wat is ervoor nodig om de principes breed in de praktijk toepasbaar te krijgen?”. Om daar inspiratie voor te krijgen hebben we vier mensen uitgenodigd uit andere werelden:

De rol van normering, NEN, Laurens Geense
Een manier waarop we de principes zouden kunnen borgen is via normering en standaardisatie. Het gaan binnen Club van Wageningen vaak over standaardisatie. Maar, hoe werkt die wereld nou echt? Laurens praat ons bij.

Wat doet de NEN?
Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) brengt partijen, zoals bedrijfsleven, overheden en branche-­ organisaties bij elkaar om afspraken te maken en deze vast te leggen in normen of richtlijnen. Zo zorgen we samen voor een maatschappij die duurzamer, veiliger of efficiënter is.

Wat zijn normen?
Vrijwillige afspraak tussen partijen over een product, dienst of proces. Het zijn geen wetten, maar ‘best practices’. Normen worden opgesteld door deskundigen. Voordelen:
•    Duidelijkheid voor marktpartijen;
•    Vertrouwen in producten, diensten of organisaties;
•    Dagen de maatschappij uit te innoveren

Normen zijn toch ook standaarden?
Standaarden en normen zijn documenten met erkende afspraken, specificaties of criteria over een product, een dienst of een methode. Verschil tussen een standaard en een norm? In het Engels heten het toch allemaal standaarden? Normalisatie principes op grond van WTO criteria.

Van belang bij het ontwikkelen van normen:

  • Creëren gelijk speelveld
  • Dezelfde taal en standaarden volgen
  • Innovatie versnellen
  • Bieden een kader voor adaptie en interoperabiliteit
  • Risico’s en kosten verminderen
  • Door bv duidelijke kwaliteitscriteria of governance structuren vast te leggen
  • Vertrouwen vergroten
  • Doet het wat het daadwerkelijk moet doen

Normen waar nu aan gewerkt wordt, passend bij Club van Wageningen

  • Energiegemeenschappen: denk aan: Wat is het? Wat zijn de rechten en plichten? Hoe ziet de governacestructuur eruit?
  • Slimme laadpalen, denk aan: Toetsings- en afwegingskader, Aanbod elektriciteit, Kostprijs, Gewenste laadvermogen
  • Slimme apparaten: Welke functies moet b.v. een slimme warmtepomp kunnen uitvoeren? Hoe moet de warmtepomp communiceren?

Andere randvoorwaarden

Het belang van certificering
Met certificering kunnen partijen aantonen dat ze voldoen aan een norm. Een certificaat of keurmerk toont aan dat een product, systeem, persoon of proces voldoet aan de eisen van een norm. NEN is onafhankelijk schemabeheerder
NEN certificeert zelf niet, dat doen certificerende instellingen met een licentie

Tijdens de bespreking komt een uitgebreid gesprek op gang waarin we diep op de materie ingaan. Een van de grotere bespreekpunten is de vraag: is dit al het moment om ‘energiegemeenschappen’ te definiëren in een NEN-proces? Creëert dat niet een risico dat dingen ‘vastgezet’ worden, die nog fluïde moeten blijven om innovatie mogelijk te maken? We spreken af dat de Club van Wageningen connectie legt met de NEN zodat mensen mee kunnen praten bij de lopende processen.

De rol van de markt, Alliander, Lars de Laat
Lars de Laat is van de innovatie-afdeling van Alliander. Door de ontwikkelingen van netcongestie zijn zij steeds meer bezig met Flex, ook bij consumenten. Zeker nu er ook steeds meer proposities van aanbieders komen die consumenten batterijen aanbieden die handelen op de onbalansmarkt. Iets dat lokaal de transportcapaciteit kan beperken. Dat betekent voor de netbeheerder dat het van belang wordt om invloed te hebben op batterijen. Wanneer er een lokaal probleem is zou je die willen uitzetten. Omdat op dit moment de leverancier de klantrelatie heeft, werkt Alliander samen met de partijen die de assets kunnen aansturen. Ze onderzoeken of ze via die partijen een signaal kunnen geven, zodat zij vervolgens in overleg met de bewoner een asset kunnen aansturen.

Daartoe heeft Alliander twee pilots:

  • Netbewust thuisladen: We zorgen dat laadsessies via laadaanbieders op een netgunstige manier worden beïnvloed!
  • Pilot netbewuste aansturing van verschillende assets: We zorgen dat Zonneplan het verbruik van haar klanten in een wijk aanpast op ons verzoek

Consumenteninformatie, Slimmer met je energie.nl, Ernestine Elkenbracht

De derde manier om de principes te borgen is via de consument zelf. Hoe zou dat werken? Ernestine Elkenbracht werkt vanuit het project slimmermetjeenergie.nl al jaren aan dit onderwerp.

Consumenten en HEMS sinds 2012
Sinds de introductie van de slimme meter staat de eigen rol van consumenten via digitale middelen op de agenda. Omdat de slimme meter zelf niet is uitgerust met displays, zijn toen de verbruiksmanagers ontstaan. De eerste zichtbare stap in huis, mede omdat uit onderzoek bleek dat inzicht de belangrijkste voorwaarde voor gedragsverandering is. Het geautomatiseerd aansturen van assets speelt daar nog geen rol bij op dit moment. Wel valt op dat alle partijen die gebruiksmanagers aanbieden de stap aan het maken zijn naar het aansturen van apparaten.

Ernstine maakt in haar verhaal goed duidelijk dat we nog ver van HEMS verwijderd zijn. Voor bewoners is het allemaal een ver van het bed show. Om mensen mee te nemen moet je ze echt bij de hand nemen is de ervaring. Geleerde lessen:

  • Toegankelijkheid / inclusie / begrijpelijkheid (uitwerken in ontwerpprincipes)
  • Brengen tot achter voordeur, bij voorkeur demonstreren, bewoner beslist uiteindelijk
  • Bijdragen aan autonomie, grip, gevoel van invloed en dan zelf beslissen ‘oké’ of niet.
  • Begrip en inzicht is stap 1, daarna handelingsperspectief

Hoe zou je consumenten moeten informeren?

Op dit moment is er nergens een plek waar consumenten onafhankelijke informatie over HEMS kunnen vinden. Op het moment dat deze wereld opschaalt, zou die er wel moeten zijn. Er zijn 3 soorten consumenteninformatie die dan relevant is:

  1. Algemene bekendheid HEMS
  2. Keuze tussen alle opties (bomen en bos)
  3. Uitleg wat je ermee kan

Inspiratie uit de media (Public Spaces, Jantien Borsboom)

Jantien Borsboom werkt aan Public Spaces. Een initiatief dat lijkt op Club van Wageningen, maar dan een initiatief is vanuit de media. PublicSpaces is een coalitie van rond de 40 maatschappelijke non-profit organisaties uit de wereld van cultuur, media, erfgoed, zorg, gemeenten, onderwijs en wetenschap, die samen praktisch de gehele Nederlandse bevolking bereiken. Zij verbinden zich in hun streven naar een internet dat het publieke belang dient. Missie: Het creëren van een alternatief software ecosysteem dat het publieke belang vertegenwoordigt.

Zij doen dat op drie manieren:

  1. Bewustzijn creëren
  2. Onderzoek & ontwikkeling
  3. De transitie faciliteren

De voorbeelden die Jantien noemt zijn enorm inspirerend. Zo heeft Public Spaces een ‘spoelkeuken’ waarmee organisaties kunnen toetsen of hun software past bij de missie. De score wordt bepaald door een toetsing aan de PublicSpaces waarden.

Daarmee kunnen organisaties een ‘badge’ voor op de website verdienen. Maar dan begint het ‘schoonmaken’ pas echt:

  • organisaties vormen teams om met alternatieven te experimenteren
  • ervaringen worden online gedeeld
  • er worden benchmarks gezet
  • de markt wordt diverser en transparanter
  • het internet wordt gezonder

De Club van Wageningen kan veel leren van Public Spaces. In het veld van de overheid kunnen ze elkaar enorm versterken. In een vervolg gaan we afstemmen hoe we dat kunnen vormgeven.

Aan de slag met de praktijk
Met de inspiratie van de plenaire presentaties in de achterzak zijn de deelnemers in groepen aan de slag gegaan met zes praktijkcasussen.

  • No Gizmos (Janna Hollema)
    Kunnen thuisbatterijen bij huishoudens en boerenbedrijven bijdragen aan het verminderen van tekorten op het elektriciteitsnet?

    Opbrengst:
    Het gesprek behandelde voornamelijk wat er wel en niet nodig is in een onderzoekssituatie. Conclusie is dat opschaling zo vroeg mogelijk moet worden meegenomen, zodat er een goede balans ontstaat tussen maatschappelijk en commercieel belang, en vanzelfsprekendheden (bijv. cyber security) ter discussie kunnen worden gesteld. Ook het meenemen van leveranciers in de dialoog en bewust nadenken over opschaling is belangrijk – bijvoorbeeld tijdens de onderzoeksfase is werken in de cloud wellicht handig, maar uiteindelijk wil je de data lokaal houden.

  • Shared Energy Platform (Robin Schipper)
    SEP is een p2p e-leverancier en csp voor energy hubs. SEP maakt gebruik van open source en openinterface van Open Energy Hub platform. Onder welke condities creëren we een zo groot mogelijke community zodat de opensource software wijd verspreid raakt en verbetert?

    Opbrengst:
    Een gevarieerde groep mensen uit het ecosysteem nam deel aan deze subsessie. SEP gaf een toelichting op hoe hun applicaties werkte en hoe de samenhang was tusseen verschillende onderdelen. De ambitie van SEP is om delen van de software open source te maken. Er is onder meer gesproken over hoe de veiligheid van het systeem geborgd kon worden.

  • Kia (Bob Niesing)
    KIA zet in op de potentie van bidirectioneel laden en slimladen V2X. Hoe aansluiting vinden bij alle HEMS? Hoe zorgen we voor open standaard waarbij PV, HVAC en ESS makkelijk universeel zijn aan te sturen?

    Opbrengst:
    Tijdens deze workshop hebben de deelnemers KIA gechallenget op verschillende ontwerpprincipes. Men was verrast en zelfs expliciet onder de indruk hoe goed er al werk was gemaakt van transparantie, data-eigenaarschap, Cyber Security, gebruik van open protocollen etc. Ook was KIA heel helder in de commerciële rol die ze willen gaan pakken, waarbij duidelijk werd dat hier niet wordt aangestuurd op lock-ins.

    Er ontstond een discussie over het feit dat slim laden (nationale prikkels) lokaal congestie kunnen) kan veroorzaken. De deelnemers leken van mening dat dit KIA niet aan te rekenen valt, juist omdat KIA zoekt zelf expliciet samenwerking met netbeheerders. Het bedrijf lijkt goed stewardship na te streven, maar kan dit niet zonder lokale prikkels.

  • Current (Koen Mulders)
    Currentt ontwikkelde een Lokaal Energie Management Systeem (#LEMS), voor zowel zakelijk als particulier gebruik. Welke waarde is er voor de eindgebruiker om voor zijn/haar energieverbruik/levering ook rekening te houden met de lokale netbehoefte?

    Opbrengst:
    Na de productverkenning en eerste vraag/antwoord ronde over toepassingsmogelijkheden, zoals het gebruiken in een onderstation, spitste het gesprek in deze sessie zich toe op een aantal van de Club van Wageningen principes. We begonnen rondom principes 3 en 6; Cybersecurity en lokale opslag; het besproken product kent een van binnen naar buiten communicatie benadering, waarmee kwetsbaarheid voor cyberrisico’s laag is. Het product is dichtgezet voor toegang van buiten. Daarnaast is het geïntegreerd in de meterkast. Er werden vragen gesteld over de opslagcapaciteit en de hoeveelheid data die door het systeem gaat (En ook kritische opmerkingen over de hoge hoeveelheid samples per seconde). Daarna spitste het gesprek zich op de mate van invloed die gebruikers hebben over de sturingssignalen van deze EMS. Daarmee raakten we principe 2 en 4; inspraak en vendor lock-in: “ Wie bedenkt de logica?”, “Zit ik vast aan de logica van de leverancier van het product?”.

    Een echt antwoord op de vraag welke waarde er voor de klant is om netbewust energie te gebruiken, hebben we nog niet gevonden. Verschillende klantproposities passeerden de revue: gemak, CO2, prijs, optimalisatie. We waren we het eens over de vereiste transparantie in rollen (productleveranciers, gebruikers, csp’s, etc.) als het gaat om de waardeontsluiting.

  • BeNext (Edwin van Kessel)
    BeNext maakt energieprestaties van woningen en klimaat installaties inzichtelijk op basis van data optimalisatie. Wat is er nodig aan samenwerking en incentives om tot een positieve businesscase te komen voor HEMS?

    Opbrengst:
    Na een uitgebreide discussie ontstaat er veel energie om aan de slag te gaan met een FLEXlabel. Het idee is om – naar voorbeeld van België – een label te ontwikkelen dat partijen kunnen gebruiken om te laten zien dat hun apparaat ‘flexready’ is.

  • Zuidenwind (Alex Janssen)
    Hoe kunnen wij de energie van onze zonnepanelen die wij zelf niet gebruiken delen met onze buren en andere dorpsbewoners? Kan je lokale belangen democratisch borgen en afwegen zonder een vorm van formele vereniging? Of kom je altijd op een energiegemeenschap uit?

    Opbrengst:
    Belangrijkste inzicht rond bovenstaande vraag, is dat een energiegemeenschap de democratische vertegenwoordiging zou kunnen zijn (ergens in de toekomst) van een hele (dorps- gebieds)gemeenschap en de verschillende energetische belangen daarin, maar dat er daarnaast nog een ander juridisch vehikel nodig is, zoals een Energy Service Company, waar ook het eigenaarschap van de ‘assets’ in belegd is en waar afspraken mee gemaakt wordt. En dat er ruimte moet zijn voor meerdere energieleveranciers. Op dit moment bestaat zo’n samengesteld model van een energiegemeenschap, die afspraken maakt met energieleveranciers en met een ESCO nog nergens. Al lijkt model van energiegemeenschap met energie service organisatie in meerdere landen voor te komen, denk aan UK, Duitsland, Denemarken en Oostenrijk. De uiteindelijke oplossing moet het lokaal balanceren ondersteunen.

    Verder werd duidelijk dat Zuidenwind een groot deel van de ontwerpprincipes van de Club van Wageningen al inherent borgt, maar concludeerde Alex wel dat dit explicieter kan. Er is een voornemen om de ontwerpprincipes op te nemen in het Local 4 Local charter.

Oogsten
Input voor de principes
Nadat we de opbrengt uit de deelsessies bespreken eindigen we de bijeenkomst met het ophalen van input voor de principes. Dat doen we op twee manieren:

  1. Welke voorbeelden moet we breder delen met de wereld? Welke helpen mensen om beter te begrijpen wat we bedoelen. Deze voorbeelden verzamelen we en gaan we komend jaar een plek geven op de site
  2. Zijn er inhoudelijke aanpassingen aan de principes nodig? Deze input nemen we mee in de evaluatie van de principes zodat we begin volgend jaar een ge-update versie kunnen delen.

Een aantal voorbeelden van input die geleverd is:

  1. Principe 2: Voeg betaalbaarheid toe aan de principes, dat kan wellicht onder het principe 2 van toegankelijkheid;
  2. Algemeen: Uitlegbaarheid voor grote publiek door minder technische taal;
  3. Algemeen: Voorbeelden en nuancering gaat helpen;
  4. Principe 3: ga dit jaar aan de slag met cyber security, zeer belangrijk onderwerp;
  5. Principe 4: Vendor lock in veranderen in lock ins. Gaat niet alleen om vendors;
  6. Principe 5 en 6 beter uitleggen en misschien niet koppelen aan CO2?

Wat gaan we doen?

De input heeft veel input geleverd om op te pakken, deze zullen we met de kerngroep bespreken. Op een rij:

  • Aanpassen principes op basis van geleerde lessen en input deelnemers, vervolgens breed delen
  • Met Public Spaces verder optrekken om samen onderwerp te agenderen bij de overheid
  • Met NEN in gesprek om te helpen bij ontwikkelen standaarden
  • Praktijkvoorbeelden uitwerken bij de principes die concreet maken wat we bedoelen en de nuance schetsen die noodzakelijk is