Wat is nodig om energiedata voor bedrijven makkelijk beschikbaar te maken?
Op vrijdag 8 november 2024 organiseerden de Club van Wageningen, het Programma Verduurzamen Bedrijventerreinen en het Nationaal Klimaat Platform de denktank ‘Tempo maken met ontsluiten van energiedata’. Het doel van deze sessie was om samen met experts te verkennen wat er nodig is om energiedata voor bedrijven op bedrijventerreinen snel en eenvoudig beschikbaar te maken. Met deze energiedata wordt inzichtelijk gemaakt welke maatregelen nodig zijn om bedrijven op bedrijventerreinen te verduurzamen en groei mogelijk te maken, door ruimte te creëren om dit zelf te regelen. Het beoogde resultaat is een agenderende en signalerende paper voor het ministerie van KGG met suggesties voor uitbreiding van het afsprakenstelsel en/of Ministeriële Regeling van de nieuwe Energiewet.
Plenaire deel
We begonnen met het bespreken van de hoofdvraag : Wat is er nodig om energiedata* voor bedrijven op bedrijventerreinen op een snelle en gemakkelijke manier beschikbaar te maken? *Met energiedata bedoelen we: data van nettopologie, belasting van transformatorhuizen en gebruiksprofielen van bedrijven en bedrijventerreinen.
In het gesprek gingen de deelnemers hier meer op in: het gaat om energiedata en niet alleen electriciteitsdata. De meeste kansen zitten in de combinatie van de verschillende energiestromen. We nemen het perspectief in van de ondernemer bij het beantwoorden van de vraag. De ondernemer wil verduurzamen en/of groeien, waar liggen de knelpunten en wat is er mogelijk? Hierbij is het omzeilen van netcongestie een belangrijke drijfveer.
Een metafoor voor netcongestie: zie het als een wachtrij voor een nachtclub. Het is vol in de nachtclub en als het voller wordt, wordt het gevaarlijk. De mensen in de wachtrij zien dit anders, zij denken dat er nog ruimte is. Wie beslist er of er mensen naar binnen mogen, binnen of buiten de club?
Energyhub Lage Weide – Bert Strijker
Na de plenaire bespreking van de hoofdvraag deelde Bert Strijker zijn ervaringen uit de energyhubpraktijk. Opvallende zaken:
- Op bedrijventerreinen zijn betaalbaarheid en leveringszekerheid van energie belangrijk, dit zei Bert ook al voor de coronacrisis en energiecrisis. Om dit te borgen is op bedrijventerrein Lage Weide de samenwerking tussen vijf bedrijven opgezocht. Dit zijn grootverbruikers, waaronder een bedrijf met koel- en vriescellen en behoefte aan laadinfrastructuur. Het heeft meer dan drie jaar geduurd om de energyhub operationeel te krijgen, een traject met diverse obstakels. Zo nam de haalbaarheidsstudie veel tijd in beslag, beperkten wet- en regelgeving de mogelijkheden, ontbraken voldoende financiële middelen, en gaf Tennet aan dat realisatie onmogelijk was. Gedurende dit traject is gebruik gemaakt van de financiële, technische en juridische kennis in huis bij de vijf bedrijven. Uiteindelijk is een contract afgesloten met Stedin (juni 2024). Ze zijn sinds september gestart en kunnen nu vooral monitoren en een heel klein beetje sturen.
- De bedrijven van de energyhub willen snel doorgroeien, maar dat is nog niet verstandig. Eerst moeten ze leren hoe het werkt en daarna kan er pas nagedacht worden over uitbreiding. Als er bedrijven bijkomen moet dit ook een maatschappelijke functie hebben.
- De energyhub werkt samen met Groendus (een lokale service provider, LSP) die voor hun de energiestromen in kaart brengen, de meerwaarde inzichtelijk maken en het energiesturingssysteem te leveren en beheren.
- De data die de energyhub nodig heeft zijn:
o Gecontracteerd vermogen
o Aangesloten vermogen
o Kwartierwaardes mogelijk ook secondewaardes
o Stuurbare assetdata
o Prognose en stroomverbruik voor de toekomst (bijv. 10 jaar vooruit) - Met name de prognose is belangrijk maar ook lastig in te schatten. De energyhub onttrekt niet alleen data maar voedt ook data aan de netbeheerders.
- De grootste uitdaging zat hem in de aansprakelijkheid voor als het mis gaat. Wie is er dan aansprakelijk? Hier zijn afspraken over gemaakt en dit is vastgelegd in de Groepstransportovereenkomst (GTO).
Energiewet – Klaas Hommes
Klaas Hommes neemt ons mee in de veranderingen die er in de nieuwe energiewet op stapel staan. Een paar kernpunten:
- Er wordt heel veel verstaan onder energiedata. Vaak wordt er heel veel data gevraagd, terwijl niet alle data altijd nodig is.
- Alle grootverbruikers zijn aangesloten bij een meetbedrijf die het stroomverbruik meten. Dit is een vrije markt en er zijn grofweg 10 meetbedrijven in de zakelijke markt in Nederland. Meetbedrijven verzamelen veel data. Het belang van deze rol is niet altijd bekend, sommige grootverbruikers weten niet eens dat ze een meetbedrijf hebben. De vraag naar data wordt ondertussen steeds groter i.v.m. netcongestie.
- De Energiewet bestaat uit meerdere hoofdstukken met verschillende thema’s: hoofdstuk 2 gaat over data meten en hoofdstuk 4 gaat over data delen. 1 juli 2025 is de beoogde datum van inwerkingtreding, maar het gaat jaren duren voordat alles is geïmplementeerd.
- Het doel van hoofdstuk 4 is dat data efficiënt en non-discriminatoir beschikbaar wordt gemaakt met toestemming van de aangeslotenen. De wet definieert registerbeheerders die data verzamelen (meetbedrijven, netbeheerders en GDSen) en belegd een wettelijke taak bij BAS BV om als Gegevensuitwisselingsentiteit (GUE) erop toe te zien dat dedata die registerbeheerders verzamelen wordt ontsloten. Ze heeft een sterke inspanningsverplichting om de markt te consulteren en doet dat via het MFF. De GUE zorgt voor een veilige toegang tot data mits de datavrager de juiste identificatie en machtiging heeft. Ongeacht uit welk register de data komt. Zo is er één loket voor de datagebruiker. Dit zorgt voor standaardisatie van het proces. Welke data in de registers staat die de GUE zal ontsluiten wordt bepaald door de minister. Het gaat voorlopig hoofdzakelijk om data over verbruik en energieaansluiting. Dit is niet alle data die nodig is bij bijv. het oprichten van energyhubs, dan is o.a. data over nettopologie ook van belang.
Deelsessies
In de deelsessies gaan we in twee groepen aan de slag. Iedere groep werkt aan twee deelvragen:
- Wat is er nodig om te komen tot meer snelheid, gemak en onafhankelijkheid voor bedrijven in het ontsluiten van energiedata om het inzicht te krijgen in welke maatregelen ze te nemen hebben in het oplossen van netcongestie?
- Welke vragen komen we tegen als we ook ondernemende kleinverbruikers toevoegen aan een energiehub?
Uitkomsten uit de deelsessies
- Bij grootverbruikers gaat de ontsluiting van energiedata al redelijk goed. Deze bedrijven kunnen hun data zelf opvragen bij de meetbedrijven. De lokale service profiders (LSP) of energy service companies (ESCO) kunnen bedrijven ondersteunen bij het ontsluiten en inzichtelijk maken van energiedata, naast eventuele andere diensten die ze leveren. Deze LSP’s of ESCO’s spelen daarmee een belangrijke rol in het oprichten van energyhubs. In een energyhub zijn zij de partij tussen de coöperatie van bedrijven en de netbeheerders, meetbedrijven en de GUE (zandlopermodel). Ze denken strategisch na over wat er nodig is voor het energievraagstuk van de bedrijven en vertalen dit richting de netbeheerder ook zorgen zij voor het energiesturingssysteem van de energyhub. Het is hierbij belangrijk dat er een definitie komt van deze ‘entiteit’ (voor nu even: LSP/ESCO), want er zijn nu verschillende beelden van hun functies.
- Bij kleinverbruikers zou het op eenzelfde manier moeten gaan werken, dat is nu niet het geval. Vooral de kleinverbruikers hebben daarbij bescherming nodig vanuit de overheid, omdat zij minder kennis en kapitaal hebben (?). Daarom is het belangrijk dat dit ook wettelijk wordt geborgd. Daarbij hoort een duidelijke toelichting op:
o De rol van de LSP/ESCO/entiteit: wat zijn de rechten en plichten?
o Eisen aan de LSP/ESCO/entiteit: kan zowel commercieel als coöperatief zijn.
o Afdekking van de risico’s: LSP/ESCO/entiteit heeft zorgplicht, moet financieel weerbaar zijn en er moet toezicht op zijn. - Een ander vraagstuk die naar voren kwam ging over energiebestemmingsplannen. Gemeenten en provincies hebben energiedata nodig voor hun ruimtelijke ordening. Zij hebben met allerlei planningsvraagstukken te maken: wat komt waar in de toekomst (woningen, energyhubs, logistiek etc.). Ze hebben energiedata nodig om simulaties te kunnen maken. Dit vraagstuk is zeker relevant, maar valt buiten de scope van deze denktank bijeenkomst.
- Er is momenteel sprake van onduidelijke rolverdeling: zo neemt bijvoorbeeld een gebruiker soms de rol van netbeheerder op zich, of vervullen commerciële partijen een maatschappelijke rol. Het is essentieel om hier duidelijk onderscheid in aan te brengen. Een visuele weergave kan helpen om inzichtelijk te maken welke partijen betrokken zijn bij groepscontracten en wat hun respectieve rollen zijn.
De denktank gaat de inzichten verder uitwerken en delen in de relevante netwerken. Denk aan:
- uitwerken oproep noodzaak LSP voor kleinverbruikers
- visueel product dat ondersteunend is aan de uitwerking