Paper Collectieve Zelfconsumptie
Zonne-installaties op gezamenlijke woningen, zoals flats of appartementencomplexen, zijn vaak lastig te regelen. Beperkende factor daarbij is de wetgeving, die nog te weinig mogelijkheden heeft om de verdeling van de opgewekte elektriciteit achter het aansluitpunt goed te regelen. In de praktijk leidt dit tot beperkte installatie van zon op daken van appartementencomplexen. Om deze complexe puzzel op te lossen hebben DNV en TNO in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en TKI Urban Energy onderzoek gedaan naar ‘collectieve zelfconsumptie’ (oftewel: een gezamenlijke zonne-installatie). Het onderzoek definieert de situatie en geeft handvatten aan beleidsmakers bij de ministeries en de ACM voor beleidsinnovatie. Collectieve zelfconsumptie biedt een oplossing waardoor ook appartementsbewoners hun eigen energie gezamenlijk kunnen gaan opwekken en gebruiken. Hiermee zou potentieel 2GW extra aan zonne-installaties op dak aangelegd kunnen worden.
Saldering
Op termijn vervalt naar verwachting de saldering voor zonne-installaties. Dat betekent dat teruglevering naar het net door particulieren minder rendabel is en het belangrijker wordt om de opgewekte energie direct te gebruiken (of op te slaan met thuisbatterijen). Voor appartementencomplexen is het op dit moment onmogelijk om ‘achter de gezamenlijke aansluiting’ dit goed te regelen. Het combineren van individuele stroommeters aan een gezamenlijke aansluiting met een gezamenlijke zonne-installatie is administratief op dit moment niet mogelijk. Dit verhindert gelijke behandeling en verdeling van zelf-opgewekte energie in deze type bewoning.
Eerlijke verdeling
Op dit moment kunnen bewoners van appartementencomplexen of andere gezamenlijke bewoning dit probleem alleen oplossen door per huishouden aparte bekabeling aan te leggen. Dit is echter best prijzig en vaak technisch ook lastig. Zodra zelfconsumptie achter de meter belangrijker wordt ligt ongelijke behandeling van appartementsbewoners op de loer. Beleidsaanpassing is een meer langetermijnoplossing om gelijkheid tussen appartementsbewoners en bewoners van eengezinswoningen te garanderen.
Waarom aanpassen?
De voordelen van collectieve zelfconsumptie zijn
- Economisch: Zonnepanelen in de stad leiden tot minder netverzwaring dan op het platteland. Eén gezamenlijke bekabeling is technisch makkelijker en goedkoper.
- Juridisch: Het is een Europees recht dat je als consument zelf je energie mag opwekken en verbruiken. Dit geldt ook voor bewoners van een appartementencomplex, net als huishoudens in eengezinswoningen.
- Maatschappelijk: Meer mensen kunnen meedoen aan de energietransitie en ook zelf hun stroom opwekken en daarmee energiekosten besparen.
Aanpassing in locatie, tijd en verdeling
De aanpassingen in de wet moeten volgens de onderzoekers rekening houden met drie kaders: locatie, tijd en de verdeling. Dat gaat vooral om definiëring zodat maximaal de zelfconsumptie (gebruiken op het moment dat je het opwekt) wordt gestimuleerd. Fysieke afbakening in locatie is nodig om te voorkomen dat collectieven wel gebruik gaan maken van het openbare net zonder bij te dragen aan de kosten hiervan. Hetzelfde geldt voor de tijd, neem een periode te lang en wederom vervalt de stimulans om de energie te gebruiken op het moment van opwek. Het onderzoek geeft suggesties hoe deze aanpassingen eruit kunnen zien, maar het is uiteindelijk aan de wetgever om hier invulling aan te geven.
Ruimte voor maatwerk
Dit is een oplossing die zowel voor huurders als huiseigenaren voor ruimte kan zorgen. Daarbij zal natuurlijk nog wel gekeken moeten worden naar wie er wel/niet mee willen doen met de aanleg van een zonne-installatie, de constructieve draagkracht van het grote daken en de verzekerbaarheid. Naar deze laatste twee onderwerpen heeft TKI Urban Energy ook recentelijk onderzoek gedaan waaruit blijkt dat in beide gevallen meer mogelijk is dan men vaak denkt.