Inleiding: Een public stack voor onze laadinfrastructuur

De overheid mikt op 1,7 miljoen laadpalen in Nederland in 2030. Hiermee ontstaat een nieuwe infrastructuur die enorme impact gaat hebben op onze mobiliteit én de manier waarop wij met energie omgaan. Hoe kunnen wij voorkomen dat dit laadpalenlandschap een tweede internet wordt waarin Big Techs domineren? Wat moeten wij hiervoor bouwen, wat moeten wij borgen én hoe brengen we het ontwerpproces verder? Een gemêleerde groep kwam digitaal bijeen om deze vragen te onderzoeken.

Deel 1: de context

In de inleiding stond een onderzoeksrapport van Waag centraal. Deze organisatie doet onder meer onderzoek naar ‘Public Stacks’: open, veilige en eerlijke initiatieven voor online tools die we gebruiken. Eén van die onderzoeken focust zich op de laadpaal. Want, de laadinfra is zich razendsnel aan het ontwikkelen. Zo mikt de overheid op 1,7 miljoen laadpalen in 2030.

Deze ontwikkelsprong vraagt om een nieuw perspectief op onze laadinfrastructuur. Ook omdat data steeds belangrijker wordt in het energiedomein. Hoe zorgen wij voor een infrastructuur die democratisch en transparant is; waarin gebruikers straks wél controle hebben over de data die ze achterlaten? En hoe voorkom je dat een selecte groep grote techbedrijven, net als op het internet, dit landschap gaat domineren? 

De parallel met het internet

In de presentatie (en de discussie daarna) werd de parallel gelegd met de ontwikkeling van het internet. Destijds is nooit het gesprek gevoerd over wat wij met het internet willen of  juist niet willen. De verspreiding van nieuwe businessmodellen werd geen duimbreed in de weg gelegd. Het resultaat is een internet dat wordt overheerst door grote platformen. Een landschap dat ons dwingt om gegevens te delen die vervolgens weer worden gebruikt om de positie van deze platformen te versterken.  

Wij moeten onze laadpaalinfrastructuur hiervoor behoeden. Dit vraagt van ons om goed na te denken over hoe wij publieke belangen kunnen beschermen bij de ontwikkeling van deze infrastructuur. Dit denken gaat over sociaal economische afwegingen, basisrechten, governance en waardesystemen. Maar ook over hoe wij een ontwerpproces mogelijk maken dat publieke waarden borgt, maar voldoende vrijheid biedt om snel te innoveren. 

image
image
image

Deel 2: Het praktijk- en ondernemers-perspectief

Vanuit deze context maakten we de stap naar het praktijkperspectief van een laadpaal-ontwikkelaar. Dit bedrijf is initiator van meerdere projecten rondom Vehicle2Grid-laadpalen. Deze palen stellen deelauto’s in staat om op te laden, maar ook om hun energie terug te leveren aan het net. Hiermee worden auto’s batterijen op wielen: een manier om energiepieken op te vangen (peak shaving). 

Een gecombineerd landschap

Deze projecten bieden een doorkijk naar het energielandschap van morgen. Dit zal volgens dit bedrijf niet zozeer het scenario zijn van de Silicon Valley-city (dominante rol dataplatformen en big techs), Cockpit-city (centrale aansturing overheid) of de Zwerm-city (burgers en markt in een smartgrid). Maar een combinatie daarvan. Want, elk net is anders. In Friesland zijn de behoeften anders dan in Amsterdam. En op Europese schaal zal het Nederlandse net er anders uitzien.

Behoeftes gebruiker

Volgens de woordvoerder van het bedrijf blijkt dat gebruikers het op de eerste plaats belangrijk vinden dat maximaal wordt voldaan aan hun behoeftes. Aan de laadpalen zitten allerlei data-applicaties vast die om data vragen (reserveringssystemen, koppelingen met energieleveranciers). Deze systemen bieden inzicht in wanneer auto’s een bijdrage kunnen leveren aan het net. Maar ook wanneer auto’s volgeladen moeten zijn om aan de gebruikersbehoefte te voldoen.

Zolang mensen probleemloos op basis van hun vraag van a naar b kunnen rijden, willen ze voor dit gemak en dit comfort best iets terug doen. Denk aan gegevens voor een gebruikersprofiel. Overigens bestaat zo’n profiel (nu nog) nauwelijks uit privacygevoelige data. Een laadpasnummer, reserveringsdata en gegevens over een deelauto zijn voldoende. Al deze data staan verspreid bij verschillende actoren.

Eerst beginnen, dan pas de spelregels..

Kern van het pleidooi is dat je voor de ontwikkeling van een public stack eerst moet focussen op de basisbehoeftes van gebruikers en niet op basisrechten voor iedereen. Tot slot was er nog de stelling dat je beter kunt beginnen met vernieuwen om pas daarna de spelregels en de standaarden te bepalen. Zo ga je sneller en kom je uiteindelijk verder.

De discussie

Deze inleiding leidde tot een spervuur aan vragen. Data en privacy vormden hierin de rode raad. In de case van de laadpaalontwikkelaar lijkt dit goed geregeld, maar wie zegt dat andere partijen dit ook zo gaan doen? Zeker wanneer het doel is om gebruikers zoveel mogelijk gemak en comfort te bieden. Anderen benoemden de kansen die het Vehicle 2 Grid-systeem en de komst van andere batterijen biedt.

Blijft de vraag hoe gebruikers de controle behouden en hoe je monopolisering van oplossingen gaat voorkomen? Hier moet toch écht op voorhand over worden nagedacht. En dit vraagt ook om ontwikkelaars die zich meer verhouden tot het maatschappelijke in plaats van het economische belang. Wij moeten naar een open systeem dat voldoet aan de klantbehoeften, maar waarin de gebruiker álle vrijheid heeft om keuzes te maken en waarbij persoonlijke gegevens beschermd worden.  

Deel 3: Beschouwend perspectief

De tweede presentie bood de deelnemers een beschouwend perspectief op de toekomst van het energiesysteem. Want, hoe ga je die inrichten en wat is daarin de rol van markt, overheid en burgers? Dit begint met het bepalen van de waarde die het fundament van het systeem vormt. De kunst is om vanuit dit ‘waardenfundament’ sturing te geven aan groei en ontwerp. Voor het energiesysteem geldt dat de centrale waarde is dat we klimaatverandering willen tegengaan.

Daarnaast moeten we kijken naar het innovatieproces. Wat wil je stimuleren, hoe gaan wij leren? En hoe gaan we om met de revolutie ná de revolutie? De partijen die nu een succesvolle businesscases ontwikkelen, staan straks als Tesla’s van de energiesector op pole position… Hoe zorg je ervoor dat die ontwikkeling in het publieke perspectief blijft?

Parallel innoveren

In elk geval moet je niet eerst innoveren om daarna pas spelregels te bedenken. Wanneer wij de ontwikkeling van de energiemarkt niets in de weg leggen, komt de soevereiniteit van het individu onder druk te staan. Je moet innovatie en het denken over publieke waarden op z’n minst gelijk op laten gaan. Concurrent innoveren: technologische en economische modellen parallel ontwikkelen aan de wettelijke kaders en het debat.

Dit vraagt wel een sterk toekomstbeeld van het energielandschap. Waar transformeren wij naar toe, welke spelregels horen daarbij? En nee, deze kaders hoeven innovatie niet af te remmen. Integendeel, regels kunnen juist helpen bij innovatie. Het maakt juist creatief, het helpt om nieuwe ondernemers om hun rol te pakken.

Een georganiseerd ontwerpproces

Maar dan moeten we het er nu wel over hebben waar wij naartoe willen. Dit gaat over technologie, over hoe wij macht organiseren en hoe wij de rol van de mens in het geheel beschouwen. Nu wordt de mens nog gezien als klant. Maar, het zijn juist mensen die meer dan ooit onderdeel vormen van het energieproces. En nog altijd hebben wij het over de energiemarkt.. Maar is energie wel een markt? Is het niet veel meer een nutsvoorziening?

Kortom, we moeten toe naar een georganiseerd ontwerpproces waarbij de samenleving aan tafel zit en meebepaalt. Dit moet je vroeg doen. Niet pas op het eind. Dit kan. We hebben het gezien bij de ontwikkeling van de coronamelder. Je kunt eerst met elkaar bepalen waaraan een oplossing moet voldoen, waarna de markt met die kaders aan de slag kan.

Discussie

Ook deze inleiding leidde tot interessante discussies. Onder meer over het innovatieproces. Dit verloopt volgens meerdere inbrengers rommelig. Ook overheerst het gevoel dat de markt nog altijd centraal staat.

Transformatieve innovatie

Eén van de sprekers wees op het belang van transformatieve innovatie. Onder meer om te voorkomen dat we met publieke financiering via de markt gaan innoveren, om de technologie die wordt ontwikkeld later terug te moeten kopen. Als er sprake is van publiek geld, moet je op basis van open voorwaarden met elkaar innoveren. Met open technologie en kennis als resultaat.

Voorwaarden stellen

Dit betekent bijvoorbeeld dat je voorwaarden stelt aan een duidelijke publieke data-infrastructuur. Hiermee kun je het platform dat de service biedt, scheiden van de data. Uiteraard moet dit interessant zijn voor bedrijven die hierin investeren. Ook dit is mogelijk: want open technologie is schaalbaar en wanneer je hiermee de eerste bent kan dit jouw verdienmodel ten goede komen.

Beginnen met innoveren is belangrijk. Maar je kunt hieraan wel voorwaarden stellen. Denk aan hoe overheidsinstellingen verduurzaming stimuleren door de CO2-prestatieladder als inkoopvoorwaarde mee te nemen. Zo zou je ook voorwaarden (rondom algoritmische dienstverlening en transparante vormgeving) kunnen stellen aan de manier waarop we partijen selecteren om nieuwe oplossingen te ontwikkelen.

Tot slot is het belangrijk om de burger hierin mee te nemen als partij. De samenleving moét daarom aan tafel zitten bij de ontwikkeling van het nieuwe laadpalenlandschap: hoe eerder, hoe beter.