Samen met de uitgenodigde deelnemers keken we 28 oktober we naar een initiatief voor een nieuwe wijk in Helmond. Een wijk waar de digitale energietranisitie ook de transitie van diensten en data rondom het huishouden raakt. Hoe krijg je dit eerlijk, inclusief en democratisch voor elkaar?
Initiatiefnemer
UNSense is een ArchTech bedrijf en een spin-off van UNStudio, dat een concept heeft ontwikkeld voor een wijk met 100 huishoudens waar innovaties kunnen worden versneld in een real life setting met als doel schaalbare systemische oplossingen te ontwikkelen. Voor de ontwikkeling van de wijk voert UNSense de regie over een publiek private samenwerking. Het living lab zal deel uitmaken van het Brainport Smart District in Helmond. Verwacht wordt dat de eerste inwoners in 2022 hun huizen zullen betrekken, maar voorbereidingen zijn al in gang gezet.
Personal data platform
Het hart van de nieuwe samenwerking zal worden gevormd door een Personal Data Platform (PDP), een privacy by design platform dat als uitgangpunt heeft dat een inwoner haar eigen data bezit en controleert. Alle partijen in de wijk –bedrijven, overheid, inwoners- hebben een gelijkwaardige digitale positie en kunnen elkaar direct benaderen met informatie en diensten. Het PDP stimuleert de vorming van collectieven, zodat inwoners een sterkere positie krijgen in de markt en zij maximaal kunnen profiteren van de waarde van de door hen geproduceerde data.
De vraag
Een van de use-cases waaraan wordt gewerkt betreft een project binnen het energie domein. De huizen in de woonwijk zijn in staat energie op te wekken en op basis van de uitgangspunten van het PDP, hebben inwoners van de verschillende huizen de mogelijkheid om energie met elkaar of andere wijken te verhandelen. Door data over hun energieverbruik en -opwekking met elkaar te delen, kunnen zij vraag en aanbod op elkaar afstemmen. Een collectief overschot aan energie kan worden opgeslagen op een buurtbatterij, zodat ook peak shaving tot de mogelijkheden behoort. En, tenslotte, omdat het PDP het vormen van (energie)collectieven stimuleert, kunnen de inwoners binnen het collectief energie met elkaar delen en zich als collectief stevig opstellen richting energieleveranciers.
Bij de ontwikkeling van de energie case, kwam UNsense erachter dat er al veel gebeurt op het gebied van (het delen van) energie. Zij hebben de Club van Wageningen gevraagd te spiegelen en eigen ervaringen te delen.
In een stad is een woonwijk in ontwikkeling die de slimste van Nederland moet worden. Een wijk waarin nieuwe technologie en digitale dienstverlening bij moeten dragen aan een gezonde, sociale en duurzame lokale economie. De wijk bevindt zich nog in de planvormingsfase: het gebied waar gebouwd gaat worden, ligt nog braak.
Een wijk die volop data genereert
De toekomstige wijkbewoners gaan volop data genereren. Ook in de publieke ruimte wordt data gegenereerd. Denk aan data op het gebied van persoonlijke gezondheid, de kwaliteit van de leefomgeving of mobiliteit. Er ontstaan ook datastromen door het gebruik van de digitale diensten die in de wijk worden ontwikkeld. Dit kunnen lokale partijen zijn die voeding aanbieden of diensten op het gebied van mobiliteit en energie.
Vertrouwen is de basis
De slimme wijk werkt alleen wanneer bewoners vertrouwen hebben in én controle hebben over de data die ze genereren. Dit is waarom deze case wordt ingebracht. Want, hoe zorgen we in dit datarijke landschap (een wijk die een interface an sich is) dat bewoners eigenaarschap én zeggenschap hebben en houden over hun data? En hoe komen we tot een model dat voor gelijk speelveld zorgt tussen bewoners én andere stakeholders: bedrijven, overheid en onderwijs.
In de slimme wijk komen straks mensen te wonen. In en om hun woningen, maar ook in de publieke ruimte, worden straks allerlei data gegenereerd. De zonnepanelen op het dak van de woningen kunnen als databron fungeren, maar ook een auto of de straatverlichting. Daarnaast ontstaan er in de wijk allerlei digitale diensten (voeding, mobiliteit, gezondheid, energie) die om data vragen, maar vervolgens ook data genereren.
Voorbeeld: energie opwekken en verdelen
Laten we inzoomen op energie. Bewoners wekken energie op via zonnepanelen. Overdag, wanneer bewoners van huis zijn, wordt er veel energie opgewekt en weinig verbruikt. Een deel van die energie wordt opgeslagen in de buurtbatterij. In de piekuren zorgt de batterij ervoor dat er voldoende energie geleverd kan worden zonder vervuilende grids aan te spreken. Het ene huishouden produceert meer energie dan het andere. Weer een ander huishouden verbruikt meer energie. Hoe zorg je binnen dit netwerk voor een eerlijke verdeling? En hoe zorg je ervoor dat de data die bewoners hierbij genereren, dichtbij hen blijven?
De controle uit handen
Om dit te regelen zijn we aangewezen op een interface of platform. Het zijn nu nog de Big Techs die hiervoor de technologische oplossingen in huis hebben. Partijen die een forse fee vragen voor het gebruik van hun platformen, vervolgens jouw data verzamelen en weinig geloofwaardigheid bieden als het gaat om privacybescherming. Kortom, je geeft (persoonlijke) data uit handen, het platform maakt zichzelf steeds slimmer en jij bent niet meer in control over jouw data. Hierdoor groeit een ongewilde machtsverhouding.
De ontwikkeling van collectieven
In de wijk zijn nog geen bewonerscollectieven actief rondom het opwekken van energie. De kracht van zo’n collectief is bijvoorbeeld dat je gezamenlijk data kunt verzamelen en aanbieden. Dit biedt privacy: opgetelde data is immers niet meer te herleiden tot een individu. Daarnaast kun je als collectief gemeenschappelijke belangen behartigen. Hierdoor opereer je als een gelijkwaardig ‘blok’ ten opzichte van stakeholders. Hoe organiseer je zo’n collectief en hoe ga je zo’n collectief besturen?
Ook is er bij de toekomstige bewoners weinig kennis over hoe je autonoom blijft in een technisch hoogwaardige omgeving. We zien de digitale transitie (nog) niet als een maatschappelijk issue zoals klimaatverandering. En we ervaren nog niet de gevolgen van een speelveld waarin slechts enkele partijen bezit en controle hebben over onze persoonlijke data. Het urgentiegevoel over de impact die deze transitie kan hebben, is niet breed gedeeld.
Welke data willen we genereren en delen? In welke vorm en onder welke voorwaarden? In de slimste wijk van Nederland hebben bewoners straks zeggenschap en eigenaarschap over de data die ze genereren. Dit gebeurt op basis van een raamwerk waarin bewoners(collectieven) nauw samenwerken met bedrijven, overheden en kennisinstituten: een quadrupel helix. Dit raamwerk draagt zorg voor het vertrouwen om data te delen en te gebruiken.
Samen ontwerpen
De bewoners zijn ál tijdens het ontwerp van de wijk betrokken bij de keuzes voor de verschillende soorten databronnen in hun omgeving. Waarom willen we sensoren aan lantaarnpalen, welke waarde voegt dit toe en hoeveel zeggenschap heb ik over de data die deze sensoren genereren? In een later stadium onderzoeken bewoners met overheden en bedrijven mogelijke diensten én maken ze afspraken over datagebruik.
Individueel maatwerk
De wijk is gebaseerd op een systeem waarin je als bewoner kunt kiezen hoeveel jij van jezelf laat zien en hoe jij data deelt. Wil je als bewoner helemaal off-grid? Dan is dit mogelijk. Wil je juist veel van jezelf laten zien? Dan kun je dit ook organiseren. Er is dus altijd sprake van consent: toestemming. En uiteraard in achtneming van de wet- en regelgeving die rondom verschillende datastromen gelden.
Een kennis-ecosysteem
Kennisoverdracht is van groot belang. In de wijk ontstaat een kennis-ecosysteem. Door gebruik te maken van dit netwerk geven we bewoners (eerlijke) inzichten in de waarde én impact die data en digitalisering hebben. Maar ook in de technologische mogelijkheden en kansen van digitalisering. Hoe kunnen we energie samen opwekken delen en vermarkten? En hoe kunnen we dankzij data onze leefomgeving gezonder en veiliger maken?
We moeten een complex verhaal, concreet gaan maken. De ontwikkeling van de slimste wijk van Nederland is wat dat betreft een ontdekkingstocht. Inzichten ontstaan alleen wanneer je aan de slag gaat, van elkaar leert en tot concrete use cases en inspirerende demonstrators komt. Maar wel onder duidelijke randvoorwaarden. De belangrijkste: bewoners hebben en behouden regie over hun data.
Lerend vermogen
Tijdens de behandeling van deze case merken we hoeveel vragen er zijn. Want, in welke volgorde ga je eigenlijk ontwerpen? Begin je het ontwerpproces vanuit het datavraagstuk, of ontwerp je eerst een dienst of toepassing om vervolgens te kijken wat je met data gaat doen? En hoe zit het met de sociale dynamiek wanneer we inzicht hebben in elkaars data? Gaan we elkaar aanspreken op onze vleesconsumptie of de kilowatts die iemand verbruikt? Zo ja: hoe gaan we daarmee om?
Wat deze case ook leert is dat we de impact en de dynamiek van de slimme wijk nu niet kunnen voorspellen. Welke diensten worden straks succesvol; hoeveel willen bewoners eigenlijk van zichzelf laten zien, ontstaat er daadwerkelijk sociale druk; hoe gaan collectieven ontstaan? Je ervaart pas in de praktijk wat de consequenties zijn van keuzes en hoe je daar vervolgens mee om kunt en moet gaan.’
Onder gezonde voorwaarden starten
Uitgangspunt is wel dat je in start onder de voorwaarde dat bewoners eigenaarschap en zeggenschap hebben over hun data. Dit betekent dat:
bewoners gefaciliteerd worden bij de kennisontwikkeling over de kansen en bedreigingen van digitalisering.
dat bewoners gefaciliteerd worden bij het ontwikkelen van sterke collectieven.
dat bewoners van meet af aan worden betrokken bij de planvorming en inspraak hebben in de keuzes die worden gemaakt.
Kortom, een model waarin ontwikkelaars, overheden, bedrijven en kennisinstellingen continu mét de bewoners spreken en niet óver de bewoners.