Maarten de Vries opent de bijeenkomst en deelt dat de output uit dit gesprek onder meer gevat zal worden in een rapport dat hij wil maken over Smart Grids. Het onderwerp gaat steeds meer leven bij lokale overheden, alleen weet niemand echt wat het is. De werktitel van het rapport is 'smart grids ontrafeld'. In het rapport is men voornemens verschillende soorten smart grids op te nemen, vooral vanuit het perspectief van het doel: bijvoorbeeld netcongestie of sociaal. Hoe we er vanuit die verschillende soorten publieke waarden in borgen is een vraag die op tafel ligt vandaag.

Programma

  1. Voorbeelden uit de praktijk
    We starten de bijeenkomst met twee praktijkvoorbeelden, een 'bottem up' initiatief en een 'top down' initiatief.
    - De eerste is van Andre Zeijseink, initiatiefnemer van Virtual Power Plant Loenen
    - De tweede van Hans Roelant Polman van het LIFE platform
  2. Fish Bowl discussie
    We hebben een gesprek rondom de vraag hoe we publieke waarden op een goede manier borgen in smart grids.
image

Deze gemeenschap is als een van de eerste in Nederland van het gas af gegaan. Ze zijn in in 2013 begonnen dankzij een prijs van de gemeente. Het initiatief heet Loenen energieneutraal. Doel was in eerste instantie om de eerste investering van verduurzaming makkelijker maken. Toen bleek dat er was voldoende dak was om elektriciteit voor hele dorp te voorzien. Energiemanagement werd daarom noodzakelijk.
 
Vervolgens is in 2019 de coöperatie opgericht: community based virtual power plant: https://loenenenergie.nl/

Het slim lokaal energie managen werd om een aantal redenen van belang:

  • Salderingsregeling verdwijnt
  • Real time afstemmen vraag en aanbod
  • Betrouwbaarheid van het net
  • Zo veel mogelijk lokaal houden van energie

Het gezamelijke smart grid is niet meer dan een volgende logische stap, het is alleen zeer tijdsintensief gebleken. In het proces om te komen tot een smart grid is er een community spoor en een Virtual Power Plant spoor.

Het community spoor
Het community spoor is Bottom up. Dat betekent dat het eindresultaat een compromis van velen. Dat is een belangrijk punt. Dat eindresultaat is tot tevredenheid van de gemeenschap gelukt. De essentiele stappen volgens Andre:

  • Eerst workshop met problematiek  energietransitie zodat mensen echt snappen waar het over gaat
  • Vervolgens de dilemma's besproken in groepen, mensen echt laten kiezen;
  • Daarnaast een enquete om individuele wensen mee te nemen en te borgen dat mensen niet alleen meegaan wegens de sociale druk die kan ontstaan in bijeenkomsten;

Resultaat: mensen commiteren zich ook omdat ze gesprek met anderen voeren en inzicht krijgen in de argumentatie achter elkaars belangen. Er was bijvoorbeeld agrariër die onderdeel werd van een oplossing die niet helemaal paste bij zijn bedrijfsvoering. Hij ging toch mee omdat hij inzicht in de belangen van de buurt kreeg.

Het virtual power plant spoor
Dat is begonnen vanuit waarden die uit de workshops komen. Ze hebben het FIETS model gebruikt, dat wil zeggen: Het moet Financierbaar zijn, Institutioneel kunnen, Ecologisch verstandig zijn, Technisch kunnen en Sociaal ingebed.

Daaruit volgden de activiteiten: wat staat ons te doen? De requirements voor de hardware, en dat kwam weer terug naar de community. Dat leverde letterlijk applaus op. Daarna is er getenderd.

De volgende stap die Loenen wil nemen is lokale MKB en lokale industrie, die hebben namelijk overdag de stroom nodig die in Loenen over is.

Europese ontwikkelingen deels positief
Andre ziet een paar belangrijke Europese ontwikkelingen die hij wil delen, een aantal lijken positief vanuit het perspectief van energie Loenen, een aantal zijn minder mooi.

  • Positief: het lijkt dat energiecoöperaties zelf mogen gaan leveren;
  • Minder positief: Dat mag waarschijnlijk voor maximaal 500 aansluiteningen, niet meer dan met eigen opwek en een 2e allocatiepunt wordt verplicht.

Uit onderzoek in verschillende landen blijkt verder dat Nederland geen goede plek voor energiedelen lijkt te worden.

Conclusie André
Andre concludeert dat zij publieke waarden vrij goed kunnen borgen met deze manier van werken. Ze worstelen op dit moment wel met vragen als wat te doen met de overwinst uit de elektriciteitsmarkt

Gestelde vragen door de groep:

  • Wat borg je niet?
    Investeringen zijn lastig te verdelen. Een deel investeert in het dak, een deel niet. Wie krijgt dan de opbrengsten? Wie beslist nou waarover? de leden? de investeerders? Eerlijkheid is ook lastig soms. Het democratische proces is er, maar is het resultaat dan ook altijd eerlijk?
  • Hoe zorg je dat mensen mee praten die niet technisch geïnteresseerd zijn?
    dat gebeurt al! Aanmeldingen komen nu vanzelf, maar een deel is moeilijk te bereiken. het moet het gesprek op de verjaardag worden. Informeren helpt.
  • Hoe regel je opschaling?
    Er moet een partij komen die bewoners faciliteert. anders veel te ingewikkeld. Loenen en eerbeek samen kan het wel rendabel maken.
  • Bestaat er een risico op lock-in van de tech partij?
    Ja, dat risico is er zeker.

Hans Roeland Poolman vertelt over het door RVO gefinancierde project LIFE wat staat voor local Inclusive Future Energy. Het gaat vooral over de inclusiviteitsvraag in slimme netwerken. Hans deelt de video waarin het project kort wordt toegelicht: https://www.energielabzuidoost.nl/lifearenapoort

Het project richt zich op het gebied Arena Poort en houdt zich bezig met twee vragen:

  1. Hoe kunnen we het gebied CO2 neutraal maken zonder netcongestie te veroorzaken?
  2. Zonder de benodigde investeringen kan een deel van de bewoners niet meedoen in deze transitie.

In het project willen 12 partners repliceerbare en schaalbare oplossingen ontwikkelen op een inclusieve manier. Een reden om dit gebied te kiezen is dat: Arena Poort hangt aan 1 onderstation. Een belangrijke vraag is hoe je snel opschaalt terwijl je alle stakeholders betrekt.

Van het gebied is een Digital Twin beschikbaar en Spectral is de partij die het energiemanagement regelt. De socio economic emulator zorgt voor bij elkaar brengen van kennis uit verschillende wetenschapsgebieden. Men wil op die manier modellen maken die voorspellen en waar we beleid op kunnen maken.

Hans deelt een aantal onderwerpen die van belang zijn:

  • Er zijn een aantal duidelijke sociale uitdagingen in het gebied. Er is veel analfabetisme, armoede en relatief hoge misdaad in het gebied;
  • Participatie mag niet zijn een geeltje plakken op een passerende trein, echt betrekken van mensen is van belang;
  • Er wordt te weinig door de gemeente nagedacht over hoe je mensen betrekt. focus ligt op milestomners
  • Er komen een aantal stromen bij elkaar: tech, finance, sociaal;
  • Het werkt om vanuit het gebied te redeneren, voorbeeld is de Amsterdam Donut coalitie;
  • Er zit een waarde in uitgestelde investeringen.

Gestelde vragen:

  • Krijgen mensen geld uit de uitgestelde investeringen?
    Dat zou kunnen, maar kan dat we dit investeren in de coöperatie of bijvoorbeeld een 'local coin'.
  • Zijn er coöperaties in het gebied om bij aan te sluiten?
    Dat is een uitdaging, er zijn er vooral hybride vve's en woningcoöperaties. Mensen moeten we echt meenemen, nadenken hoe we dat kunne versnellen. Wat vinden we nou eerlijk met elkaar is ook hier een lastige vraag.
image

Vervolgens organiseren we een discussie met behulp van het Publieke Waarden model dat is ontwikkeld in de Club van Wageningen met als centrale vragen: Hoe borgen we Publieke Waarden in Smart Grids? En is dat verschillend per doel van het Smart Grid?

Onderwerpen die langs komen

  • Vraag die veel naar boven komt is de discussie over de overwinst in een coöperatie: Gaan we die opnieuw investeren? Delen met de mensen die de rekening niet kunnen betalen? Dit gesprek is een belangrijk gesprek om te voeren in iedere cooperatie. Mensen moeten kunnen bijdragen en het moet passen bij de lokale identiteit.
  • Het is van belang om mensen het vertrouwen mee te geven dat ze mee kunnen doen ook al hebben ze geen technische kennis. Technische termen schrikken af.
  • We moeten ons ook afvragen of mensen wel mee willen praten. We hoeven niet altijd 100% vertegenwoordiging te hebben.
  • Het hele ecosysteem is positief voor Smart Grids, alleen is niet transparant waar geld heen gaat. Met flexwaarde wordt geld verdiend door de leverancier terwijl de bewoner dat niet meestal niet weet
  • Een waarschuwing: je kan een batterij op 4 markten ieder uur inzetten: wat we niet moeten krijgen is dat de personen met de slimste bot en meeste geld meeste kan verdienen, net als met bitcoin.
  • Het vertrouwen in de technologie en de governance is heel belangrijk, mensen moeten erop kunnen vertrouwen dat het eerlijk is geregeld
  • Doelen van smart grids zouden niet uit moeten maken. of het nou netcongestie is of sociaal. Het start perspectief bottom down of bottem up maakt uit. Het gaat uiteindelijk om het verbinden van die twee, daar liggen de kansen.
  • We hebben procedures en instituten nodig die BORGEN dat het eerlijk is zodat mensen er op kunnen vertrouwen
  • Er moet een structurele samenwerking tussen lokale gemeente, bewoners en netbeheerders
  • Opvallend is dat er veel wordt gesproken over proceswaarden, minder over streefwaarden. Daar wordt op gereageerd: proceswaarden zijn vaak wel geregeld in coöperaties. Streefwaarden ook. De middelste zijn het lastigst, gaan over IT. Hoe krijgen we daar grip op?