Ype Kingma

di 28 juli 2020 10:29
Slimme meters worden voor prosumenten de belangrijkste bron van hun gegevens waarmee ze de energiemarkten op kunnen.

Ik weet niet in hoeverre de huidige functies van slimme meters wettelijk vastgelegd zijn, maar die meters hebben wel een aantal beperkingen die in de weg zitten voor betere deelname van kleine prosumenten.
Die beperkingen staan vermeld in deze verkenning:
"De sleutelrol voor optellen van meterstanden
met behoud van privacy", van 30 maart nl, via https://gitlab.com/YpeKingma/publications

Dat is document is geschreven vanuit het perspectief van "IT requirements " voor privacy van de meetgegevens.
Daarom komen de beperkingen van de slimme meter er pas uit in de Appendix over implementatie.

Deze belangrijkste beperkingen zijn:
- ontbreken van ondersteuning voor authenticatie/authorisatie van de meetgegevens uit de P1 poort,
- ontbreken van de mogelijkheid om een server te kiezen waarnaar de (geauthoriseerde) meetgegevens vaak genoeg kunnen worden opgestuurd.

Voor het leveren van privacy voor de meetgegevens is een methode beschreven die redelijk goed past in de rolmodellen uit de bovenstaande presentaties (cooperaties, aggregatoren).
Ik weet niet of deze methode de beste is voor het leveren van deze privacy, dat zou moeten worden uitgezocht.

Over het "vaak genoeg": de huidige meter levert data via de P4 poort met een flinke vertraging (ongeveer een dag). Daardoor is het niet goed mogelijk om de meetgegevens te gebruiken voor b.v. de financieel interessante balansmarkt waarvoor meetgegevens om de 4 seconden nodig zijn.

De vraag is nu dus hoeverre bovenstaande technische beperkingen zijn vastgelegd in de wet. Ik weet dat niet precies, en het lijkt me dan ook zinvol de bestaande (technische) regelgeving hierover nader in kaart te brengen.

Met vriendelijke groet,
Ype Kingma

P.S. In de bovenstaande presentaties worden diverse bestaande rollen op de energiemarkten nader toegelicht, maar er ontbreekt er ook een: de PV rol, de Programma Verantwoordelijke. Die rol komt er op neer dat elke deelnemer op het net het programma van gebruik/opwek dat hij heeft aangekondigd hoort uit te voeren, en als hij daarvan afwijkt moet hij daarvoor betalen.